Exposé
Vorige Start Terug Volgende

 

Samenvatting exposé van Rudi Van Torre (30-03-1996)

Inleiding

Reeds vele jaren doet de ZWG aan muizen-onderzoek m.b.v. life traps. Door de beperkte financiële situatie, grepen wij daarbij telkens terug naar de alombekende trip traps, die meteen ook de goedkoopste life traps vormen.

Maar met het zicht op kwaliteitsvol onderzoek, is enige kritische evaluatie op dat vlak beslist geen overbodige luxe. Daarom vroegen we Rudi Van Torre om eens uitvoerig de voor- en nadelen van de verschillende vallen-types uit de doeken te doen. De samenvatting van deze voordracht vind je hieronder.

1. Klapvallen

Is het doel enkel en alleen het vangen van een muis, dan blijkt de dodelijke klapval nog steeds tot de beste soort te behoren. Maar om overduidelijke redenen moeten wij deze soort vallen natuurlijk links laten liggen. Deze vallen zijn totaal voorbijgestreefd. Bovendien zijn levende muizen veel leuker.

2. Life Traps

Life traps hebben als grote voordeel dat ze het leven van de muis sparen. Als natuurminnaars is dit argument duidelijk doorslaggevend. De absolute voorwaarde van zoogdierenstudie is immers dat we de zoogdieren geen ernstige schade gaan berokkenen. Maar ook onder de life traps zijn er aanzienlijke verschillen in diervriendelijkheid en vangstsucces.

Een overzicht:

2.1 Veervallen

Een ieder kent ongetwijfeld dit mechanisme waarbij er wat lokaas opgehangen wordt aan een haakje. Als het zoogdier er aan gaat knabbelen, dan trekt hij (hopelijk) voldoende hard om de veer vrij te maken, waardoor de val dichtklapt. Deze vallen hebben als grote nadeel dat ze zeer weinig fijngevoelig zijn. Het beest moet het al zeer bont maken alvorens de val zal dichtklappen. bovendien kan dit dichtklappen van de val de staart beschadigen bij soorten met een lange staart zoals bosmuizen bijvoorbeeld. Het is bovendien extra stresserend.

2.2 Wipvalletjes

In het algemeen kunnen we stellen dat de wipvalletjes veruit de beste soort vallen zijn. Doorgaans zijn ze zeer fijngevoelig en rechtstreekse beschadiging van de gevangen dieren komt nooit voor.

2.2.1 De Scherman-val (Amerikaans model)

Voor te stellen als een rechthoekige aluminium koker. Via een ingenieus systeem van veertjes, is deze val volledig opplooibaar en even eenvoudig terug te ontplooien.

Voordelen:

Gemakkelijk te vervoeren.
Zeer snel plaatsbaar.
Redelijk fijngevoelig.

Nadelen:

Hoge kostprijs: 650 Fr/st.
De veertjes roesten waardoor de stevigheid al vlug inboet.
Ze vallen op want ze bestaan uit metaal.
In metaal: koud voor de muizen. Dit kan worden gecompenseerd door de vallen te vullen met wat stro of hooi. De wanden bestaan volledig uit metaal en laten dus geen geur door. Hierdoor gaat de geurverspreiding van het aas heel moeizaam, wat zijn gevolgen heeft op de wachttijd tot de 1e vangst.
2.2.2 De Longworth (Engels model)

Voor te stellen als een metalen kubus met daaraan een metalen rechthoekig kokertje als inlooppijp. Wordt in professionele middens aanzien als dè beste val op dit moment. Wegens de hoge kostprijs is dit buiten de mogelijkheden voor een "hobby-vereniging".

Voordelen:

Stevig
Roestvrij
Fijngevoelig valsysteem

Nadelen:

Hoge kostprijs: ongeveer 1200 Fr/st.!
Metaal: koud voor de muizen. Dit kan worden gecompenseerd door de vallen te vullen met stro of hooi.
2.2.3 Houten val met valdeurtje (Duits model)

Voor te stellen als een houten rechthoekige koker die bovenaan toe is met gaas.

Voordelen:

Redelijk fijngevoelig
Bestaat uit hout, waardoor hij al snel een natuurlijke geur opneemt. Dit heeft positieve gevolgen op de vangstaantallen.
Door het open dak is er een goede geurverspreiding.
Redelijk goedkoop: 160 fr/st.

Nadelen:

Het valdeurtje wil wel eens knellen
De val is bovenaan open. Bij regenweer doet dit de muis vlug afkoelen.
 

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 18/11/1999