Uit de krant geknipt
Vorige Start Terug

 

Uit de krant geknipt

Officiele telling: Boommarter is zeldzaam

Dat ze zeldzaam waren is bekend, maar met hoevelen ze nu echt zijn wist niemand precies. Ook nu is dat nog niet exact bekend, maar de Werkgroep Boommarter Nederland - VZZ komt, na een themadag over de Boommarter (Martes martes), tot een schatting van 500 tot 1200 exemplaren. Het merendeel (ongeveer de helft) van deze dieren leeft op de Veluwe. De rest leeft verspreid over de Utrechtse heuvelrug, de Drents-Friesche Wwouden en midden Drenthe. In Limburg, Noord-Brabant en Twente, waar de Boommarter zich vroeger wel scheen op te houden, blijkt hij verdwenen. Door gebrek aan eerdere tellingen kan de werkgroep (onderdeel van de Verening voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming) echter niet zeggen met hoeveel dieren de marterpopulatie concreet is geslonken.

Behalve het geven van een schatting van het aantal Boommarters in Nederland ging de themadag ook in op de inventarisatietechnieken, de oecologie van de Boommarter en de bescherming van de Boommarter.

Het inventariseren van Boommarters is geen sinecure. Het beste bewijs voor de aanwezigheid van gevestigde Boommarters is de boom, waarin de jongen worden groot gebracht. Vele vrijwilligers hebben de afgelopen jaren de bossen van Nederland afgestruind op zoek naar sporen, die hen naar deze bomen leiden. Het gegeven dat Steenmarter (Martes foina) soms hun jongen ook in bomen groot brengen en dat Boommarter soms, net als Steenmarters, in huizen leven, maakt het inventariseren er niet gemakkelijker op. Waarnemingen zullen in de toekomst kritisch bekeken moeten worden.

Door leden van de Werkgroep Boommarter Nederland - VZZ zijn, in samenwerking met het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO), twee mannelijke Boommarters radiotelemetrisch gevolgd. Dit heeft nieuw licht geworpen op het terreingebruik van deze dieren. Het gebied dat zij bestrijken blijkt uitzonderlijk groot, waarbij meerdere bostypen bezocht en gebruikt worden.

De toekomst van de boommarterpopulatie in Nederland ziet er gunstig uit. tenminste, als uitvoering wordt gegeven aan het Bosbeleidsplan. Dit plapparaat aanzette, zag ze de kleine bezoeker over het hoofd. Pas toen de was gedaan was, merkte ze dat er iets niet in de haak was. "De was stonk behoorlijk", verklaarde ze achteraf.

Uniev telt vossen in Vlaanderen

Antwerpen- De Vlaamse regering gaf de universiteit RUCA de opdracht een studie te maken over de vossen in Vlaanderen. In 1997 komt er immers een nieuwe jachtwetgeving. De jagers vinden de huidige reglementering te beperkt, zeker na de snelle aangroei van het vossenbestand.

Sinds vijftien jaar kent de vos een opgang in heel West-Europa en ook in ons landsgedeelte. Vooral in West-Vlaanderen breidt de vos zich snel uit.

Jagers klagen over de beperkingen die de huidige jachtwetgeving met zich meebrengt. De jachttermijn op vossen ligt momenteel tussen 1 juli en 31 januari. Bestrijding tegen voosen op eigen gebied is altijd toegelaten. In 1997 komt er een herziening van die wet, gebaseerd op een studie waarvan de eerste resultaten in november worden voorgelegd.

Prof. Ron Verhagen volgt, samen met een team, de vossen in Vlaanderen op de voet. Er waren enkel gegevens bekend van jagers, boswachters en particulieren. "Per maand komen er heel wat klachten binnen van particulieren die na een nacht een paar siereenden, ganzen of kippen minder bezitten. Nu verzamelen we objektieve gegevens door aan wetenschappelijk onderzoek te doen", zegt de professor.

Kleine zenders worden aan de hals van jonge vossen bevestigs met een ontvangst binnen een straal van twee, drie kilometer. "Zo kunnen we nagaan hoe de dieren bewegen, waar ze naartoe trekken en hoe snel dat gaat", vervolgt Verhaegen. "Bovendien kunnen we nagaan waar de vossenburchten zich situeren. We krijgen daarbij veel hulp van jagers en boswachters die alles mee in kaart brengen."

Het vossenbestand groeit snel aan. "Het is een fenomeen dat in heel West-Europa voelbaar is. In Engeland komen de vossen in hartje Londen zelfs het katteneten voor de deur opeten. Na verloop van tijd kan dit ook wel het geval zijn in België."

Zo'n vijftien jaar geleden werden vooral in het Waasland vossen verdelgd om hondsdolheid te voorkomen. Acht jaar geleden is men begonnen de ziekte via orale vaccinatie te bestrijden. Dat veroorzaakte een versnelde groei van het aantal vossen in Vlaanderen. Ook andere diersoorten zoals dassen, die ook gevaccineerd raakten, kenden een opmars.

Hoewel de vos een agressief dier is, zijn er toch gezinnen die een vos als huisdier nemen. "In het begin zal dat geen enkel probleem opleveren, maar wanneer de vos één jaar is, zal die agressiever worden en willen weglopen."

Een ander gevaar voor de mens is de lintworm die bij vossen aanwezig kan zijn.

Om al deze redenen het totale vossenbestand proberen uit te roeien, biedt volgens professor Verhaegen geen oplossing. "Bij verdelging ontstaat een tegengesteld effect. er bestaat een gevaar van intense voortplanting, want de vos doet aan sociale regulatie."

Gazet van Antwerpen, 15/10/96

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 18/11/1999