Prototype
Vorige Start Terug Volgende

 

Hoe een ZWG-er herkennen?

ZWG-ers zijn, binnen de JNM steeds een soort apart geweest. Hoewel de jeugdbond een bonte mengeling herbergt van allerlei alternatieve uiterlijken, heeft de modale zoger een aan zijn specifieke levenswijze geadapteerde verschijningsvorm. De tekening bij dit artikel is slechts een beeld van een ZWG-prototype; de tekst verklaart waarom het uiterlijk is zoals het is.

  1. Prototype ZWG'erHet hoofd is zeer typisch voor een ZWG-er: De ogen zijn klein, diepliggend, halfdicht en met heerlijke slaapwallen omringd. Aangezien de ZWG-er een nachtdier is , wordt er nooit een zonnebril gedragen. Scheren gebeurt zelden om zich fysisch meer zoogdier te voelen. Helaas is baardgroei vaak zeer beperkt. De haartooi is, in vergelijking met andere JNM-ers opvallend kort. Dit is vooral zo om het met pluizen en op kerkzolders vergaarde stof met enkele headbangen er uit te kunnen verwijderen. Ook in modderige fortkruiptunnels is dit bijzonder practisch. Tenslotte valt nog te vermelden dat het gebit aangepast is om bierflesjes open te kunnen bijten.
  2. Een echte zoger kan natuurlijk niet zonder zijn eigen batdetector, die liefst bevestigd dient te worden op borst of mouw van 3 door middel van velcro's.
  3. Een jasje om de nachtelijke kou te trotseren. Dit variëert van een dik hemd tot een peperdure gore-tex. Opvallend is dat er steeds een sluiting aanwezig is die nooit gebruikt wordt. Dit is enerzijds om de stoere ("ik heb nooit kou") uit te hangen, anderzijds om met het sublieme ZWG-T-shirt te kunnen imponeren (Dit T-shirt dient te pas en te onpas gedragen te worden, zodat dit zeer snel slijtsporen zal vertonen.) In de binnenzakken van het jasje bevindt zich ongelooflijk veel excursiemateriaal (zakmes, potjes, batterijen, schuifpasser, notablok, kaart, gidsen, pincet, …)
  4. Een GPS is een apparaatje waarmee ge den intelligenten kunt uithangen maar dat in feite zeer eenvoudig te bedienen is.
  5. Uitgerokken achterzak om een flesje Blauwe Chimay in te steken, de brandstof van een zoger.
  6. Stevige armspieren, verkregen door het veelvuldig verzetten van bakken bier.
  7. Door dezelfde oorzaak verkregen ook de buikspieren hun karakteristieke vorm. Dit verklaart de grote maat van de ZWG-T-shirts.
  8. Hoewel een ZWG-er zelden pronkt vormt dit object een uitzondering: een zaklamp, het statussymbool bij uitstek. Dus hoe duurder, hoe beter. Bovendien stijgt het aanzien met de lengte van de lamp en het aantal batterijen. De lamp wordt dan ook vaak ostentatief extern geëxposeerd. Met een mini-uitvoering van een bekende laartaarnnaam moet men sowieso een zoogdierspecialiest lijken, want anders koop je zo'n prul niet.
  9. Een ZWG-er heeft nooit dikke benen! De extreem volumineuze omvang is louter het gevolg van het urenlang fietsen tegen een onmogelijk hoge snelheid, gecombineerd met veelvuldig vleeseten (op niet-JNM-activiteiten) waardoor een gigantische spiermassa ontstaat.
  10. Een vrije hand wordt in een Lucky-Luke achtige houding gehouden, zodat men zijn zaklamp indien nodig sneller kan trekken dan zijn schaduw. Indien dit niet nodig is bevindt die hand zich in diezelfde houding nog steeds vlakbij de uitgerokken achterzak.
  11. Stevige universele stappers: soepel voor kerkzolders, waterdicht voor muizencontroles. Laarzen of sandalen zijn kompleet uit de mode. De kleur van de veters is altijd zwart, evenals nagenoeg de rest van de kleding. Dit is enerzijds om niet op te vallen in het duister (en aldus zoogdieren en nachtelijke chauffeurs te kunnen verrassen), en anderzijds omdat wit veel te rap zwart wordt.

Wout Willems

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 12/11/1999