| |
Hoe een ZWG-er herkennen?
ZWG-ers zijn, binnen de JNM steeds een soort apart geweest.
Hoewel de jeugdbond een bonte mengeling herbergt van allerlei
alternatieve uiterlijken, heeft de modale zoger een aan zijn
specifieke levenswijze geadapteerde verschijningsvorm. De
tekening bij dit artikel is slechts een beeld van een
ZWG-prototype; de tekst verklaart waarom het uiterlijk is zoals
het is.
Het
hoofd is zeer typisch voor een ZWG-er: De ogen zijn
klein, diepliggend, halfdicht en met heerlijke
slaapwallen omringd. Aangezien de ZWG-er een nachtdier is
, wordt er nooit een zonnebril gedragen. Scheren gebeurt
zelden om zich fysisch meer zoogdier te voelen. Helaas is
baardgroei vaak zeer beperkt. De haartooi is, in
vergelijking met andere JNM-ers opvallend kort. Dit is
vooral zo om het met pluizen en op kerkzolders vergaarde
stof met enkele headbangen er uit te kunnen verwijderen.
Ook in modderige fortkruiptunnels is dit bijzonder
practisch. Tenslotte valt nog te vermelden dat het gebit
aangepast is om bierflesjes open te kunnen bijten.
- Een echte zoger kan natuurlijk niet zonder zijn eigen
batdetector, die liefst bevestigd dient te worden op
borst of mouw van 3 door middel van velcro's.
- Een jasje om de nachtelijke kou te trotseren. Dit
variëert van een dik hemd tot een peperdure gore-tex.
Opvallend is dat er steeds een sluiting aanwezig is die
nooit gebruikt wordt. Dit is enerzijds om de stoere
("ik heb nooit kou") uit te hangen, anderzijds
om met het sublieme ZWG-T-shirt te kunnen imponeren (Dit
T-shirt dient te pas en te onpas gedragen te worden,
zodat dit zeer snel slijtsporen zal vertonen.) In de
binnenzakken van het jasje bevindt zich ongelooflijk veel
excursiemateriaal (zakmes, potjes, batterijen,
schuifpasser, notablok, kaart, gidsen, pincet,
)
- Een GPS is een apparaatje waarmee ge den intelligenten
kunt uithangen maar dat in feite zeer eenvoudig te
bedienen is.
- Uitgerokken achterzak om een flesje Blauwe Chimay in
te steken, de brandstof van een zoger.
- Stevige armspieren, verkregen door het veelvuldig
verzetten van bakken bier.
- Door dezelfde oorzaak verkregen ook de buikspieren hun
karakteristieke vorm. Dit verklaart de grote maat van de
ZWG-T-shirts.
- Hoewel een ZWG-er zelden pronkt vormt dit object een
uitzondering: een zaklamp, het statussymbool bij uitstek.
Dus hoe duurder, hoe beter. Bovendien stijgt het aanzien
met de lengte van de lamp en het aantal batterijen. De
lamp wordt dan ook vaak ostentatief extern geëxposeerd.
Met een mini-uitvoering van een bekende laartaarnnaam
moet men sowieso een zoogdierspecialiest lijken, want
anders koop je zo'n prul niet.
- Een ZWG-er heeft nooit dikke benen! De extreem
volumineuze omvang is louter het gevolg van het urenlang
fietsen tegen een onmogelijk hoge snelheid, gecombineerd
met veelvuldig vleeseten (op niet-JNM-activiteiten)
waardoor een gigantische spiermassa ontstaat.
- Een vrije hand wordt in een Lucky-Luke achtige houding
gehouden, zodat men zijn zaklamp indien nodig sneller kan
trekken dan zijn schaduw. Indien dit niet nodig is
bevindt die hand zich in diezelfde houding nog steeds
vlakbij de uitgerokken achterzak.
- Stevige universele stappers: soepel voor kerkzolders,
waterdicht voor muizencontroles. Laarzen of sandalen zijn
kompleet uit de mode. De kleur van de veters is altijd
zwart, evenals nagenoeg de rest van de kleding. Dit is
enerzijds om niet op te vallen in het duister (en aldus
zoogdieren en nachtelijke chauffeurs te kunnen verrassen),
en anderzijds omdat wit veel te rap zwart wordt.
Wout Willems |