Voorwoord
Start Terug Volgende

 

Niets is zo interessant als snuffelen in oude Eliomyssen. Je vindt er van de platste kolder tot de meest hoogstaande zoogdierliteratuur in terug. De voorwoordjes en verschijningsdatum schetsen meestal een goed beeld van de gezondheidstoestand van de ZWG op dat moment. Wat opvalt is de steeds weerkerende smeekbede om artikels, een probleem waar de huidige redacteur blijkbaar (en gelukkig maar) (nvdr. nog) geen last van heeft. Sommige voorwoordjes brachten echter boodschappen met een iets grotere draagwijdte.

Nemen we maar even Eliomys jaargang 18, nummer 1, 1993. We recapituleren even het historische voorwoord van voorzitter Stijn Vanacker, dat heel wat stof deed opwaaien.

Stijn spuwt er even zijn gal uit over het Vlaamse zoogwereldje. Er zijn in Vlaanderen ongeveer evenveel zoogdierverenigingskes als er zoogdieren zijn. Het probleem is dat alle gegevens die door deze werkgroepjes verzameld worden, niet gecentraliseerd, verwerkt en gepubliceerd worden.

Ook de Kerkuilwerkgroep krijgt een serieuze veeg uit de pan voor haar geheimdoenerij omtrent de kerkuilen en haar onwil om met de ZWG samen te werken.

Stijn besluit dat onze eigenste ZWG misschien wel de beste troeven heeft om voor de centralisatie en verwerking van gegevens te zorgen. De meeste ZWG'ers hebben immers nog geen eigen huis, echtgeno(o)t(e), kinderen, ... en dus hebben ze tijd!

Intussen zijn we drie jaar verder. Heeft Stijns noodkreet wat opgebracht of waren het slechts woorden in de wind?

Zijn er nu minder zoogdierverenigingskes dan er zoogdieren zijn in Vlaanderen? Als we op deze vraag ja kunnen antwoorden, dan zal dit wel alles te maken hebben met het ontdekken van enkele nieuwe zoogdiersoorten in Vlaanderen, en niet met het spontaan fusioneren van verenigingskes.

Op vlak van samenwerking omtrent gegevens is wel al heel wat gebeurd. Tussen de Vleermuizenwerkgroep en de ZWG worden alle vleermuisgegevens uitgewisseld en in één databank gestopt. In het kader van de Zoogdiereninventarisatie van Vlaanderen worden verspreidingsgegevens van zoogdieren bij de ZWG gecentraliseerd. De meeste Vlaamse zoogdiergroeperingen werken hier trouwens aan mee.

De grootste verandering kunnen we ongetwijfeld bij de houding van de Kerkuilwerkgroep aantreffen. Door wisselingen aan de top van de KUWG en serieuze inspanningen van beide werkgroepen, kunnen we nu spreken van een vlotte samenwerking voor het verzamelen en uitpluizen van braakballen. Vleermuisonderzoek op kerken (door de KUWG) verloopt minder vlot omdat dit van de kerkuilers een grondige zoogdierkennis en heel wat tijd veronderstelt.

Al bij al kunnen we niet klagen. Er roert wat in het Vlaamse zoogdierwereldje, en het gaat de goede richting uit. We zijn echter nog ver verwijderd van één grote Vlaamse zoogdierstructuur met gezamenlijke gegevensverwerking, publicaties en activiteiten.

Of de ZWG daar de aangewezen instantie voor is?

Als jongeren hebben we ontegensprekelijk een niet te stuiten werkkracht, enthousiasme en vooral tijd. We mogen echter niet blind zijn voor het eeuwige probleem van de continuïteit, dat zich in een jeugdbondswerkgroep als de ZWG maar al te vaak laat voelen.

Als er ergens in Vlaanderen aan tafel wordt gezeten om tot meer zoogdierkundige samenwerking te komen, dan zullen we er zeker bij zijn en mee aan de kar helpen duwen. Als het maar ten goede komt aan de edele doelstellingen die we allemaal, in alle zoogdierverenigingen, nastreven: ZOOGDIERSTUDIE en ZOOGDIERBESCHERMING.

Franky Bonne, ZWG-voorzitter

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 18/11/1999