Mortaliteit
Vorige Start Terug Volgende

 

Mortaliteit van muizen in wegwerpverpakkingen

Inleiding

In 1988 werden uit de wegbermen van de E40 te Erembodegem (Oost-Vlaanderen) een honderdtal wegwerpflessen en drankblikjes verwijderd en op hun inhoud onderzocht (MANNAERT 1993).

Sommige flessen en blikjes bleken naast resten van insekten (vooral loopkevers) ook muizen te bevatten. De oorzaak ligt voor de hand: een muis op voedseljacht die in een fles kruipt en op de bodem terechtkomt, sterft snel aan onderkoeling. Men kan de fles vergelijken met een valkuil.

Het onderzoek van flessen en andere drankverpakking lijkt me een bruikbare inventarisatietechniek naast het analyseren van braakballen, vooral als deze voor een bepaald gebied niet voorhanden zijn. Deze methode is ook minder tijdrovend dan het gebruik van live-traps en geeft waarschijnlijk dezelfde resultaten wat het aantal soorten betreft.

Resultaten

In Tabel 1 en Tabel 2 vinden we de gegevens terug van de muizen die werden aangetroffen in drankverpakking in de jaren 1988 (16 ex.), 1993 (6 ex.) en 1994 (17 ex.). Deze vondsten werden vergeleken met de prooien van de Kerkuil (Tyto alba), waarvan de braakballen afkomstig zijn uit de kerk van Meldert (Oost-Vlaanderen). Deze braakbalanalyse werd ook in de tabel weergegeven. Hieruit blijkt dat alle soorten welke in de wegberm te Erembodegem werden aangetroffen ook bij de Kerkuil worden teruggevonden. Bij de Kerkuil is de soortenrijkdom iets groter, wat te verklaren is door het feit dat de Kerkuil niet alleen langs wegbermen jaagt, maar in meer verschillende biotopen. Soorten als Bruine rat zullen waarschijnlijk nooit in flessen worden aangetroffen, aangezien de opening meestal te klein is en alleen muizen doorlaat.

Fig. 1 Fig. 2

Fig. 2 toont het percentage spitsmuizen, woelmuizen en ware muizen uit de wegbermen E40 in vergelijking met het percentage muizen geslagen door de Kerkuil. Hieruit blijkt dat het percentage spitsmuizen in beide gevallen het grootst is. Dit zou als volgt kunnen verklaard worden: spitsmuizen sterven sneller aan onderkoeling dan andere muizensoorten welke beter kunnen klimmen en nog een kans maken om uit de fles of het blikje te ontsnappen. Sommige muizen slagen er zelfs in een nest te maken in een fles en deze als "nestkast" te benutten. Nader onderzoek is hier gewenst. Bij de Kerkuil zouden spitsmuizen gemakkelijker ten prooi vallen omdat spitsmuizen voortdurend piepen en de uil hoofdzakelijk op het gehoor jaagt.

Dankwoord

Alex Lefevre nam de determinatie van de muizenschedels op zich. Albert Mannaert tekende de tabellen en cirkeldiagrammen.

Oproep om medewerking

Een eerste oproep werd in het tijdschrift "Zoogdier" geplaatst, maar tot op heden heb ik hierop nog geen enkele reactie ontvangen. Personen die over waarnemingen of literatuurgegevens beschikken omtrent zoogdierresten in blikjes of flessen, worden verzocht kontakt op te nemen met ondergetekende.

Mannaert Pierre, Lindestraat 156, 9470 Denderleeuw

Literatuur

MANNAERT, P., 1993, Muizen in flessen en blikjes. Zoogdier 4:36.

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 18/11/1999