Vangstresultaten
Vorige Start Terug Volgende

 

ZWG-Kaderweekend te Oostkerke (29-31 maart 1996)

Verslag van de vangstresultaten

1. Streekbeschrijving:

De polders rond Oostkerke-Hoeke-Damme behoren tot de allermooiste die Vlaanderen nog rijk is. Nog steeds zijn deze polders dooraderd met tal van de typische sloten en afwateringskanaaltjes en je ziet er nog talrijke kleine landschapselementen allerhande. Dreven, bosjes, knotwilgen die de weiden omzomen en zelfs een nog relatief jonge hoogstamboomgaard zijn er van de partij. Slechts hier en daar tref je in dit weidse polderlandschap een witgeschilderde boerderij aan.

Deze uitgestrekte polders worden doorsneden door drie kanalen: De Damse Vaart, het Leopold- en het Schipdonkkanaal. De Damse Vaart, met z'n biotische index van 8 à 9, behoort trouwens tot de zuiverste waterlopen van Vlaanderen. Waterspitsmuis, bijvoorbeeld, komt er dan ook nog veelvuldig voor. Ook het water van het Leopoldkanaal, afkomstig van het Oostvlaamse Meetjesland, mag gezien worden.

Het schipdonkkanaal echter, ook gekend als het Afleidingskanaal van de Leie, voert het vervuilde water van de Leie, de Tieltse Poekebeek, Maldegem,... met zich mee. Vandaar dat het Leopoldkanaal ook wel de 'Blinker' wordt genoemd, en het Schipdonkkanaal de 'Stinker'!

Beiden lopen broederlijk naast elkaar met slechts een paar meter tussenruimte. Vanop hun met populieren beplante dijk, heb je zowel links als rechts een weids uitzicht op de polders. Onder invloed van de wind zijn de canadapopulieren trouwens aardig gaan overhellen. Een typisch polderzicht.

2. Overzicht van de vallenreeksen met de respectievelijke vangsten:

In totaal werden er door ons zo'n 100-tal vallen geplaatst. Zestig daarvan waren omgebouwde trip traps, twintig waren er van het duitse type (met valdeurtje), en dan waren er nog een twintigtal zuiver trip traps. Onze gasten uit Nederland voegden daar nog een 25-tal Longworths aan toe.

2.1 De Krinkeldijk:

De Krinkeldijk was vroeger een onderdeel van een grote beschermingswal die Uitkerke met Heist verbond. Deze wal moest de streek tegen overstromingen beschermen. Aan beide zijden bevinden er zich akkers en weiden. Zoals zijn naam al laat vermoeden, kronkelt deze oude dijk aanzienlijk. Ook deze dijk is aan beide zijden beplant met populieren. Op regelmatige afstanden is de berm bovendien overvloedig begroeid met struweel, bestaande uit bramen en sleedoorn. Hierlangs werd er driemaal een reeks van 5 vallen geplaatst. Onze nederlandse vrienden voegden hier nog een reeks aan toe.

Vangsten:

Hier werd pas tijdens de derde kontrole, om 7.00 u de eerste vangst gedaan. Het betrof een Tweekleurige Bosspitsmuis (Sorex coronatus). De daaropvolgende kontrole zat er een veldmuis (Microtus arvalis) in een van de valletjes. Meer werd er hier niet gevangen.

2.2 De Damse Vaart:

Twee reeksen werden geplaatst langs de talud, naar de weiden toe. Een daarvan bestond uit 6 vallen in een Sleedoornbosje op de helling, de andere reeks werd beneden langs een sloot geplaatst tussen sterk verruigd gras (15 vallen). De talud zelf is heel kort gemaaid.

Een derde reeks van 5 valletjes plaatsten we langs de waterkant van de Damse Vaart. Dit werd tot het absolute minimum beperkt, omdat de talrijke aanwezigheid van vissers het risico te groot maakt op meegenomen of vernielde valletjes.

Vangsten: 2 soorten

Zowel aan het sleedoornbosje als langs de sloot werd er in regelmatig Tweekleurige Bosspitsmuis gevangen. Verder vingen we er ook nog enkele veldmuizen. Langs de Damse Vaart zelf vingen we niets.

2.3 De Spegelsweg:

Dit aan weerskanten met knotwilgen omzoomde aardewegje passeert voorbij het kasteel(tje) van Oostkerke (14e Eeuws). De sloten zijn er dichtbegroeid met riet. Hier werden er drie reeksen in de bermen geplaats. Tweemaal 10 vallen, eenmaal twintig vallen.

Vangsten: 3 soorten

Reeds bij de eerste kontrole was het hier raak met een Tweekleurige Bosspitsmuis. Het hoogtepunt betrof echter een Veldspitsmuis (Crocidura leucodon). Verder komt ook de Bosmuis (Apodemus sylvaticus) er voor. We vingen hem er drie maal, in een stuk met veel klimop en grenzend aan tuinen. Ook een dode Muskusrat (Ondatra zibethicus) liepen we er, figuurlijk, tegen het lijf.

2.4 De Sifon

Op deze plaatst kruisen het Leopoldskanaal en het Schipdonkkanaal de Damse Vaart. De Damse vaart werd daartoe afgedamd aan beide zijden, waardoor telkens een stukje droogstaande bedding ontstond tussen de dam en de oever van een van beide kanalen. Ze zijn begroeid met riet en verruigd gras. In een ervan plaatsten we 6 vallen tussen het riet.

Vangsten: 2 soorten

Tweemaal vingen we hier twee Bosmuizen samen in een val. Verder hadden we er ook nog enkele malen een Tweekleurige Bosspitsmuis.

2.5 Het Leopoldskanaal

Langs een groot stuk van dit kanaal werden er vallen geplaatst. Dit gebeurde overwegend dicht bij de waterlijn, tussen het riet en verruigd gras. Afen toe werd er een een val hoger op de talud gezet. Ook hier plaatsen onze nederlandse collega's nog een redelijk aantal vallen.

Vangsten: 5 soorten

Dit biotoop herbergt duidelijk het grootste aantal soorten. We vingen er grote aantallen Tweekleurige bosspitsmuis (Sorex coronatus), Aardmuis (Microtus agrestis) en Veldmuis. Bovendien vonden we er grote aantallen nestjes van Dwergmuizen (Micromys minutus). In juli 1994 zag Rudi Vantorre hier 3 Waterspitsmuizen (Neomys fodiens), en enkele dagen later ving hij er een.

2.6 De Tuin

Een van onze tijdelijke buren, was een medewerker van Natuurreservaten. In zijn tuin werden er de zaterdagnamiddag ook nog een aantal vallen geplaatst. De tuin is, begrijperlijkerwijze, van het wilde soort, met veel variatie, struiken, woekerende klimop, steenafval, en zo meer.

Vangsten: 2 soorten

Ondanks de korte periode dat de vallen er stonden, vingen we er toch aanzienlijke hoeveelheden. Bij de eerste kontrole vonden we al onmiddellijk een Bosmuis en een Veldmuis in de val. Beide soorten zouden hier nog meermaals, letterlijk, in de val lopen.

Besluit:

In het algemeen genomen, kunnen we zeggen dat de vangsten meer dan (zelf)bevredigend mogen worden genoemd. 5 soorten muizen vangen op een kort weekendje, is zeker een succes.

Er zijn wel geen duidelijke aanwijzingen dat het type val hier voor verschillen zorgt. Rekening houdende met het relatieve aandeel in uitgezette vallen, komen we niet tot duidelijke verschillen in vangstsucces.

Wat terug opvalt, is het feit dat de vallen gevuld met tonijn of vleessalade als lokaas, duidelijk sterk de Dwergspitsmuis (Sorex minutus) aantrekken. Die blijken een sterke interesse te hebben voor speciaal eten. En gelijk hebben ze!

Verder wordt hier bevestigd dat de driekleurige Bosspitsmuis (Sorex araneus) niet in het Westen van het land voorkomt. Alle gevangen Bosspitsmuizen waren twee-kleurig (Sorex coronatus).

De enorme kwestbaarheid van de Bosspitsmuis bleek hier ook nog maar eens duidelijk. Hiervoor zou er toch dringend een oplossing moeten komen. Levend lokaas misschien ?

Bart Christiaens

 

Design & maintenance by Bonx
Copyright © 2000. JNM Zoogdierenwerkgroep. All rights reserved.
Last updated on 18/11/1999